Details

Handleiding groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen


Handleiding groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen



von: Edith E.M.L. Tjoa, Eelco H. Muste

39,99 €

Verlag: Bohn Stafleu Van Loghum
Format: PDF
Veröffentl.: 22.04.2021
ISBN/EAN: 9789036826082
Sprache: Niederländisch

Dieses eBook enthält ein Wasserzeichen.

Beschreibungen

<div><div>Dit boek biedt behandelaren in de ggz een behandelprotocol voor schematherapie bij cluster C-persoonlijkheidsproblematiek. Het protocol is ontwikkeld voor groepsschematherapie, maar is ook toepasbaar voor individuele therapie. Daarnaast is het goed toepasbaar bij chronische problematiek.&nbsp;</div><div>Cluster C-persoonlijkheidsstoornissen komen frequent voor, bij 3 tot 9 % van de algemene bevolking. Bij ongeveer de helft van de stemmings-, angst- en eetstoornissen is er ook sprake van comorbide cluster C-problematiek.&nbsp;</div><div>In <i>Handleiding groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen</i> wordt de behandeling helder beschreven. Het laat duidelijk de structuur en de focus van de sessies zien en welke oefeningen hierbij gebruikt kunnen worden. Gewerkt wordt met het modusmodel van schematherapie; een heel herkenbaar model voor cliënten, dat de behandeling snel concreet maakt.</div><div>De in dit boek beschreven behandelvorm met dertig sessies is wetenschappelijk onderzocht met een pilotonderzoek in verschillende instellingen in Nederland. Hierbij is aangetoond dat er een zeer lage drop-out is en dat therapeuten en cliënten enthousiast zijn over de vorm van de behandelsessies. De eerste resultaten m.b.t. de persoonlijkheidsproblematiek tonen een positieve trend. Dit ondanks de vaak hardnekkige problematiek, die klachten als angststoornissen, eetstoornissen en depressies in stand houdt.</div><div><i>Groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen</i> bestaat uit een handleiding voor de therapeut en een werkboek voor de cliënt. Tegen het einde van de behandeling wordt de cliënt steeds meer zijn eigen therapeut en bepaalt hij zelf welk huiswerk in de laatste fase passend is.</div><div><i>“Ik was bij de start echt wat sceptisch over de lengte van de therapie en vroeg me af of we het wel gingen redden met alle wisselingen in de groep. Ik was dan ook positief verrast over wat het voor cliënten kon betekenen. Het vraagt enige inzet en draagkracht van de cliënt, maar het is verrassend wat deze ervaringsgerichte therapie kan doen en betekenen voor cliënten met (soms complexe) vermijdende persoonlijkheidsproblematiek."</i></div><div>Berdien Henniphof, GZ-psycholoog, De Viersprong</div></div><div><br></div>
- Deel 1 Handleiding bij het dertig-sessiesprotocol. - 1 Inleiding. - 2 Algemene achtergrond schematherapie. - 3 Modi bij cluster C-persoonlijkheidsstoornissen. - 3.1 Prototypische modusmodellen en interventies voor behandeling. - 3.2 De therapeutische relatie. - 4 Basiselementen groepsschematherapie. - 4.1 De groep. - 4.2 De therapeuten. - 4.3 De basisbehoeften. - 4.4 De modi. - 4.6 Psycho-educatie. - 4.7 Van juniorfase naar seniorfase. - 4.8 Attitude. - 4.9 Voorbereiding. - 4.10 Gebruik van materialen. - 4.11 Structuur en sturing. - 5 Inclusie- en exclusiecriteria. - 6 Concrete uitwerking van het dertig-sessiesprotocol. - 6.1 Het dertig-sessiesprotocol en individuele behandeling. - 6.2 Duidelijke structuur. - 6.3 Inzet strippenkaart. - 7 Intakegesprekken voorafgaand aan de groep. - 7.1 Eerste gesprek. - 7.2 Tweede gesprek. - 8 Kaders bij de groepssessies. - 8.1 Angst als algemeen kenmerk. - 8.2 Individuele ontwikkeling. - 8.3 Inspelen op de actualiteit. - 9 Duur van de sessies. - 10 Structuur van de sessies. - 11 Thema’s per sessie in de cyclus. - 12 Uitwerking per sessie. - 13 Thema 1 Verbinding, uitleg en doelen. - 13.1 Fase 1, sessie 1. - 13.2 Fase 2, sessie 11. - 13.3 Fase 3, sessie 21. - 13.4 Tips. - 14 Thema 2 De copingmodi. - 14.1 Fase 1, sessie 2. - 14.2 Fase 2, sessie 12. - 14.3 Fase 3, sessie 22. - 14.4 Suggesties voor oefeningen. - 14.5 Tip. - 15 Thema 3 Verdieping copingmodi. - 15.1 Fase 1, sessie 3. - 15.2 Fase 2, sessie 13. - 15.3 Fase 3, sessie 23. - 15.4 Suggesties voor oefeningen. - 15.5 Tips. - 16 Thema 4 Voors en tegens van copingmodi en de oudermodi. - 16.1 Fase 1, sessie 4. - 16.2 Fase 2, sessie 14. - 16.3 Fase 3, sessie 24. - 16.4 Suggesties voor oefeningen. - 16.5 Tips. - 17 Thema 5 De veeleisende- en bestraffende-oudermodi; leren kennen en mee omgaan. - 17.1 Fase 1, sessie 5. - 17.2 Fase 2, sessie 15. - 17.3 Fase 3, sessie 25. - 17.4 Suggesties voor oefeningen en filmpjes. - 17.5 Tips. - 18 Thema 6 Bestrijden van de oudermodi en het effect op de kindmodi. - 18.1 Fase 1, sessie 6. - 18.2 Fase 2, sessie 16. - 18.3 Fase 3, sessie 26. - 18.4 Suggesties voor oefeningen. - 18.5 Tips. - 19 Thema 7 Verdieping van de kindmodi. - 19.1 Fase 1, sessie 7. - 19.2 Fase 2, sessie 17. - 19.3 Fase 3, sessie 27. - 19.4 Suggesties voor oefeningen. - 19.5 Tips. - 20 Thema 8 De kindmodi in contact met de gezonde-volwassenemodus. - 20.1 Fase 1, sessie 8. - 20.2 Fase 2, sessie 18. - 20.3 Fase 3, sessie 28. - 20.4 Suggesties voor oefeningen. - 20.5 Tip. - 21 Thema 9 De goede-oudermodus en gezonde-volwassenemodus versterken. - 21.1 Fase 1, sessie 9. - 21.2 Fase 2, sessie 19. - 21.3 Fase 3, sessie 29. - 21.4 Suggesties voor oefeningen. - 21.5 Tips. - 22 Thema 10 Afronding cyclus en afscheid. - 22.1 Fase 1, sessie 10. - 22.2 Fase 2 en 3, sessie 20 en 30. - 22.3 Suggesties voor oefeningen. - 22.4 Tips. - 22.5 Fase 4, de boostersessies. - 22.6 Suggesties voor oefeningen. - Deel 2 Voorbeeldoefeningen. - 23 Inleiding. - 23.1 De vertaalslag naar de praktijk via oefeningen. - 23.2 Oefeningen om verbinding met elkaar te vinden. - 23.3 De voorbeeldoefeningen. - 24 Oefeningen voor kennismaking. - 24.1 De ja-en-neehoek of over de streep. - 24.2 Speeddaten. - 24.3 Modi herkennen. - 24.4 De invloed van houding: De beroepen parade. - 25 Eerste-hulp-bij-ontregeling (EHBO)-oefeningen en veiligheid creëren. - 25.1 De rozijnoefening. - 25.2 De vijf-tellenadempauze. - 25.3 Imaginatie van net naar nu. - 25.4 Zintuigoefening. - 25.5 Symbolen zoeken. - 25.6 Veilige-plekoefening. - 25.7 Veilige plek met materialen. - 25.8 Stop?gronden?adem?contact, een manier om te hoog oplopende spanning te onderbreken. - 25.9 Tot tien tellen. - 26 Oefeningen voor bewustwording van modi. - 26.1 Filmclipjes laten zien. - 26.2 De lootjesverkoper. - 26.3 De modusreceptie. - 26.4 Ballenbakoefening. - 26.5 Samenwerken: brugoefening. - 26.6 Balspel. - 26.7 Tableau vivant. - 26.8 Knikoefening in kring. - 26.9 Moeten, willen en wensen. - 26.10 Je modus als standbeeld. - 26.11 Blokkade-oefening. - 26.12 Een ouder op je schouder. - 26.13 De buschauffeur. - 26.14 Modi tekenen. - 27 Oefeningen voor verandering van modi of modusmanagement. - 27.1 Modi visualiseren en uitspelen. - 27.2 De gezonde volwassene en goede ouder versterken met hulp van buddy´s en therapeuten. - 27.3 De goede-ouderboodschappen stimuleren en de bestraffende en/of veeleisende ouder terugdringen. - 27.4 Je kracht inzetten. - 27.5 De positieve box. - 27.6 Kralenarmbandjes. - 27.7 Een goed gesprek, interactie tussen verschillende modi en de copingmodus uitdagen. - 28 Afsluiting sessie: vrije-kindoefeningen. - 28.1 Kinderspelletjes. - 28.2 Imaginaire spelletjes. - 28.3 Raadspelletjes. - 28.4 De stille killer. - 28.5 De wave. - 28.6 Ballen overgooien. - 28.7 Bellenblazen. - 28.8 Bewegingen maken op muziek. - 28.9 Basketbal. - 28.10 Zingen. - 28.11 Over de drempel gaan. - 28.12 Filmpjes. - 29 Afsluiten van een cyclus. - 29.1 De warme-doucheoefening. - 30 Energizeroefeningen. - 30.1 De batterijcheck. - 30.2 Even in beweging. - 30.3 De haka. - 31 Online behandelen. - 31.1 Randvoorwaarden en afspraken. - 31.2 Tips voor therapeuten. - 31.3 Tijdens de sessies. - 31.4 Samenvattend. - Bijlagen. - Bijlage 1 Startformulier. - Bijlage 2 Afspraken voor de groepsschematherapie. - Bijlage 3 Inhoudsopgave Werkboek cluster C. - Inhoud protocol in dertig sessies. - Bijlage 4 Strippenkaart. - Bijlage 5 Aanwezigheid groepsleden. - Bijlage 6 Overzichtstabel sessie en oefeningen. - Bijlage 7 Modi, een korte beschrijving. - Bijlage 8 De moduscirkel. - Bijlage 9 Het modusmodel. - Bijlage 10 Tien tips voor de positieve box. - Bijlage 11 Materialen. - Literatuurlijst.&nbsp;
<b>Edith Tjoa</b> is klinisch psycholoog-psychotherapeut en werkt bij PsyQ Den Haag op de afdeling Psychotrauma en de afdeling Persoonlijkheidsstoornissen. Zij heeft eerder langdurig gewerkt met cliënten met angststoornissen en eetstoornissen. Zij werkt als behandelaar, groepstherapeut en als opleider. Daarnaast geeft zij les bij de Viersprong Academy, bij de RINO en heeft een eigen bedrijf Tjoa Training en Therapie voor trainingen, supervisie en leertherapie.<div><b>Eelco Muste</b> is klinisch psycholoog-psychotherapeut en werkt ad interim vanuit zijn eigen bedrijf (Muste, Klinisch psycholoog) als management adviseur, trainer, opleider en ad interim klinisch psycholoog, momenteel als hoofd behandelzaken en opleider bij Cirya GGZ B.V. Daarnaast heeft hij een supervisiepraktijk en is hij eigenaar van Schematherapie in Bedrijf, een bedrijf voor training, supervisie en coaching.</div>
<div>Dit boek biedt behandelaren in de ggz een behandelprotocol voor schematherapie bij cluster C-persoonlijkheidsproblematiek. Het protocol is ontwikkeld voor groepsschematherapie, maar is ook toepasbaar voor individuele therapie. Daarnaast is het goed toepasbaar bij chronische problematiek.&nbsp;</div><div>Cluster C-persoonlijkheidsstoornissen komen frequent voor, bij 3 tot 9 % van de algemene bevolking. Bij ongeveer de helft van de stemmings-, angst- en eetstoornissen is er ook sprake van comorbide cluster C-problematiek.&nbsp;</div><div>In&nbsp;<i>Handleiding groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen</i>&nbsp;wordt de behandeling helder beschreven. Het laat duidelijk de structuur en de focus van de sessies zien en welke oefeningen hierbij gebruikt kunnen worden. Gewerkt wordt met het modusmodel van schematherapie; een heel herkenbaar model voor cliënten, dat de behandeling snel concreet maakt.</div><div>De in dit boek beschreven behandelvorm met dertig sessies is wetenschappelijk onderzocht met een pilotonderzoek in verschillende instellingen in Nederland. Hierbij is aangetoond dat er een zeer lage drop-out is en dat therapeuten en cliënten enthousiast zijn over de vorm van de behandelsessies. De eerste resultaten m.b.t. de persoonlijkheidsproblematiek tonen een positieve trend. Dit ondanks de vaak hardnekkige problematiek, die klachten als angststoornissen, eetstoornissen en depressies in stand houdt.</div><div><i>Groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen</i>&nbsp;bestaat uit een handleiding voor de therapeut en een werkboek voor de cliënt. Tegen het einde van de behandeling wordt de cliënt steeds meer zijn eigen therapeut en bepaalt hij zelf welk huiswerk in de laatste fase passend is.</div><div><i>“Ik was bij de start echt wat sceptisch over de lengte van de therapie en vroeg me af of we het wel gingen redden met alle wisselingen in de groep. Ik was dan ook positief verrast over wat het voor cliënten kon betekenen. Het vraagt enige inzet en draagkracht van de cliënt, maar het is verrassend wat deze ervaringsgerichte therapie kan doen en betekenen voor cliënten met (soms complexe) vermijdende persoonlijkheidsproblematiek."</i></div><div>Berdien Henniphof, GZ-psycholoog, De Viersprong</div><br><div><br></div>
<p>Ook toepasbaar bij individuele therapie</p><p>Protocollaire werkwijze: iedere sessie wordt apart beschreven</p><p>Te gebruiken bij chronische problematiek</p><p>Bij deze handleiding hoort het Werkboek groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen</p>

Diese Produkte könnten Sie auch interessieren: